Werken na uw pensioen: grensbedragen voor 2024
Wie minstens 65 jaar is of een loopbaan van ten minste 45 jaar achter de rug heeft mag na zijn pensioen onbeperkt bijverdienen.

Een van de twee voorwaarden volstaat. Is geen van beide voorwaarden vervuld, dan mag er niet meer bijverdiend worden dan een grensbedrag. Als een gepensioneerde de grensbedragen overschrijdt, wordt zijn pensioen verminderd met het percentage van de overschrijding.
De grensbedragen worden elk jaar geïndexeerd. Zij verschillen naargelang van de aard van het pensioen (rust of overlevingspensioen), het statuut (werknemer of zelfstandige), de leeftijd (vóór of na 65 jaar) en de gezinssituatie (kinderen ten laste of niet). Voor 2024 luiden de grenzen als volgt (MB 04.12.2023 BS 15.12.2023):
ZELFSTANDIGEN (of mix werknemer – zelfstandige) |
Met kinderlast |
Zonder kinderlast |
Jonger dan 65 jaar en rustpensioen |
€ 11.820 |
€ 7.880 |
Jonger dan 65 jaar en enkel overlevingspensioen |
€ 22.934 |
€ 18.347 |
Minstens 65 jaar en enkel overlevingspensioen |
€ 27.685 |
€ 22.760 |
WERKNEMERS |
Met kinderlast |
Zonder kinderlast |
Jonger dan 65 jaar en rustpensioen |
€ 14.775 |
€ 9.850 |
Jonger dan 65 jaar en enkel overlevingspensioen |
€ 28.667 |
€ 22.934 |
Minstens 65 jaar en enkel overlevingspensioen |
€ 34.606 |
€ 28.450 |
Als loontrekkende-gepensioneerde moet u steeds uw bruto-inkomsten in rekening nemen. Gaat het echter over een zelfstandige activiteit (zonder vennootschap), dan moet u daarentegen uw netto-inkomsten in rekening nemen.